Artiestencollectief en muziekband Frankie observeerde de medemens met een focus op het doodnormale, de eenvoud der dingen, de naïviteit en de schoonheid van het banale, maar ook verveling, saaiheid, angst, het absurde en het tragikomische. Met behulp van diverse opnameapparatuur filmden ze opvallendheden, vervolgens werden deze registraties geanalyseerd en gearchiveerd op basis van patronen, gelijkenissen en verschillen. De uitkomst is een uitgebreid audiovisueel archief, waarin de tristesse nooit ver weg blijkt van het komische, en omgekeerd. In een volgende stap werden de gefilmde personen getransformeerd tot poppen, plaatsen tot maquettes en situaties tot scènes. Het resultaat is rommelig en imperfect, maar ook filmisch, grappig en ontroerend. Op het podium zorgt de wisselwerking tussen de livemuziek en de machinaal aangedreven installaties voor een uitdijend tableau, waarin schelle gitaren, ruis, kraak, belabberde poppen, visdraad en hout de hoofdrol spelen. Van totale mislukking tot tropische idylle.